Belastingsverhoging op bedrijfswagens met tankkaart
Vanaf 1 januari 2017 ging een nieuwe maatregel in werking waarbij er een belastingverhoging voorzien werd voor vennootschappen die bedrijfswagens met tankkaart ter beschikking stellen aan hun werknemers voor privégebruik.
Belasting van 40%
Stelt u als vennootschap een bedrijfswagen ter beschikking? Dan weet u dat u een extra bedrag moet toevoegen aan uw verworpen uitgaven. Sinds 2012 is dat bedrag gelijk aan 17% van het voordeel van alle aard. En dat blijft zo. Tot zover het goede nieuws. Want vanaf het moment dat u ook de brandstofkosten voor privégebruik voor uw rekening neemt, stijgt dat percentage naar 40%. Deze nieuwe maatregel ging op 1 januari 2017 in werking.
Niet alleen extra belasting op tankkaarten
Is het u ook opgevallen dat de wet niet specifiek spreekt over tankkaarten? Goed gezien! De 40%-regel geldt namelijk ook als u private tankbonnetjes terugbetaalt. Van zodra u als vennootschap de privé-brandstofkosten betaalt voor uw personeel of uzelf, ontstaat er een belastingverhoging. Ongeacht u de brandstofkosten nu geheel of gedeeltelijk ten laste neemt. Voor veel bedrijven betekent dit een uitgestelde belasting die uiteindelijk pas later voelbaar zal zijn naar aanleiding van het aanslagbiljet.
Eigen bijdrage van de werknemer onbelangrijk
Geen tankkaart dan maar? Die keuze staat u vrij natuurlijk. Maar zelfs als u geen tankkaart aan uw medewerkers geeft, is er een belastingverhoging. Tot vorig jaar mocht u het percentage van 17% berekenen op het voordeel van alle aard verminderd met de eigen bijdrage van de werknemer. Sinds 1 januari 2017 werd de bijdrage van de werknemer geneutraliseerd en dus totaal onbelangrijk.
Deze maatregel treft enkel de werkgevers. Het voordeel van alle aard zal, behoudens de jaarlijkse CO2-indextie, voor de werknemers niet verder stijgen. Werknemers worden dus niet fiscaal getroffen, maar ze moeten in de toekomst wel rekening houden dat de onbeperkte tankkaart geen automatisme meer zal zijn binnen hun leasingpakket.
De nieuwe maatregel treft uitsluitend werkgevers. Het voordeel van alle aard voor werknemers stijgt niet. En de berekening van het voordeel van een tankkaart zonder bedrijfswagen, blijft voorlopig ook gelijk.